100 jaar Frans Muthert #2: de oprichting en eerste jaren
Augustus 1918 markeert de oprichting van de winkel in “Koloniale waren, Gedistilleerd, Haringinleggerij en Vischhandel” en daarmee de voorloper van de huidige slijterij. Nadat Aeilke Muthert werkervaring had opgedaan bij zijn vader Popko Frans Muthert en met zijn agentschap bij de Firma Bosman te Groningen besluit hij in 1918 voor zichzelf te beginnen aan de Schoolstraat te Musselkanaal . Samen met zijn vrouw Trijntje Alvering neemt Aeilke na hun huwelijk op 22 augustus 1918 intrek aan de Schoolstraat 31 (wat later is veranderd in 48) en trots laat hij een eigen logo ontwerpen voor de etiketten van de jeneverflessen als “Grönniger Olle Kloare”. AAM (Aeilke Muthert Musselkanaal) anno 1918.
In het najaar van 1918 breekt in Musselkanaal immers een bijzondere tijd aan. Door de langdurige oorlog om ons heen is er in het land een groot gebrek aan brandstoffen. Er is veel vraag naar turf, waarvan de prijs explosief stijgt. Voor de talrijke verveners uit de gemeente Onstwedde breekt een gouden tijd aan, er wordt volop turf afgegraven en verhandeld. Door de nood aan levensmiddelen stijgt ook de vraag naar aardappelen, de aardappelfabrieken in Musselkanaal kennen eveneens hoogtijdagen. De winsten nemen toe, de lonen van turfstekers en arbeiders stijgen en de consumptie floreert. En daar kan de handel weer volop van profiteren…
Aeilke heeft al snel de handen vol. Met het oog daarop breidt hij zijn bedrijf in het “winkelhuis” verder uit. Aan de straatzijde vestigt hij zijn kruidenierswinkel, met daarachter een pakhuis voor de groothandel. Vanaf 1920 wordt dat het onderkomen van grossierderij “Het Noorden”, zoals de groothandel voortaan heet. Want Aeilke Muthert is een ondernemer die in het klein begint, maar groot denkt.
Maar niet alles is zonneschijn… Begin 1924 breekt er brand uit in het pand aan de Schoolstraat, dat als “winkelhuis” dienst doet. Gelukkig dekt de verzekering de schade. In de maanden erna laat Aeilke op hetzelfde perceel een geheel nieuw woon- en winkelhuis bouwen, met ernaast een groot pakhuis. De fraaie entree van de winkel en het pakhuis ligt langs het kanaal en geeft de zaak een bijzondere allure.
Begin jaren ´20 gaat de zaak van vader Popko Frans Muthert minder goed en verkoopt hij zijn veengronden én het woon- en winkelhuis aan de Oosterkade in Stadskanaal, waar Aeilke ooit het vak heeft geleerd. Aeilke schiet zijn familie te hulp. Hij zorgt ervoor dat zijn vader een nieuw woon- en winkelpand krijgt aan de Verbindingsweg 3 in Musselkanaal. Dat is ook de plek waar zijn jongste zonen van Popko Frans, Popko Jan en Frans Hendrik, de jaren erna het vak van kruidenier van vader kunnen leren. Zo blijft de familie bijeen.
Het zorgt er tevens voor dat het echtpaar Muthert-Ham alsnog een mooie “oude dag” kan
beleven. Op vrijdag 4 juli 1930 wordt op feestelijke wijze met de hele familie hun 40-jarig huwelijksfeest gevierd. Het gezin van Aeilke en Trijntje breidt zich verder uit. In deze jaren worden de kinderen Antje Jantina (1918), Christianus (1919), Jantina (1922), Popko (1924), Frans Hendrik (1926), Trijntje Jeanette (1930. Heel verdrietig overlijdt ze twee maanden later) en pas veel later Aaltje (1938) en Trijntje Jeanette (1943) geboren.
Aeilke Muthert is ook een aantal jaren bestuurslid van “2e afdraai en omgeving”, de plaatselijke belangenvereniging die zich sterk maakt voor een betere infrastructuur. Ondertussen loopt het zakelijk gezien naar wens. Voor het vervoer van de producten naar de winkeliers in de omgeving wordt een bestelwagentje aangeschaft. Dat is wel zo gemakkelijk… Eind 1929 koopt Aeilke een aangrenzend perceel van buurman Sijpkes. Hij geeft aannemer Benus de opdracht de zaak verder uit te breiden. Zo ontwikkelt de bloeiende zaak van Aeilke Muthert zich stapsgewijs verder.
In de jaren ´20 en ´30 van de 20e eeuw zijn Stadskanaal en Musselkanaal drukbevaren plaatsen met veel goederentransport over het spoor. De bebouwing rondom het kanaal neemt alsmaar toe en concentreert zich in een lang lint aan weerszijden van het kanaal, waar in de nabijheid van de bruggen en de sluizen tal van winkeltjes te vinden zijn. Veel van deze winkeltjes zijn kruidenierszaken waar van alles te koop is, van dagelijkse levensbehoeften tot scheepsbenodigdheden. En uiteraard een borrel voor de schippers…
De talrijke winkeltjes worden bevoorraad door grote grossiers, die meestal in Groningen zijn gevestigd. Via speciale agentschappen weten de grossiers hun voorraad in plaatsen als Stadskanaal en Musselkanaal te verkopen. Met speciale advertenties maken ze in regionale kranten nieuwe producten aan het grote publiek bekend. Maar als Aeilke Muthert de groothandel “Het Noorden” opricht, neemt hij de rol van grossier van hen over. Het is een stap die duidelijk maakt
dat de handelsplaatsen langs het kanaal zelfstandiger worden en voortaan hun eigen boontjes kunnen doppen.
De zussen Alie en Tineke voor de kruidenierswinkel, met de buurvrouw en twee bezoekers. Op de gevel staat in sierlijke letters “Grossierderij, Kruidenierswaren, Wijnen en Likeuren”. Links ligt het pakhuis van “Het Noorden”
Op het winkelpand van Aeilke Muthert staat dan ook met trots in sierlijke letters “Grossierderij, Kruidenierswaren, Wijnen en Likeuren” vermeld. Aan straatzijde ligt de kruidenierswinkel, waar veel buurtbewoners hun inkopen doen. Daarachter staat het grote pakhuis waarop de naam “Het Noorden” prijkt. De meeste producten, zoals zout, suiker en meel komen per trein in grote zakken aan, die vanaf het station aan het begin van de Eerste Exloërmond worden opgehaald en naar het pakhuis worden gebracht. Daar worden de producten “omgepakt” in kleinere verpakkingen zodat ze gemakkelijker vervoerd kunnen worden. Ook azijn en spiritus worden van grote vaten in flessen gegoten. Zo worden de producten van “Het Noorden” in “kleinverpakkingen” vervolgens door de familie Muthert naar de talrijke kruidenierswinkeltjes langs het Stadskanaal gebracht.